Vulinstructie van een cv-combiketel
Let op: Schakel het toestel eerst uit. Pas na het vullen en ontluchten het toestel weer inschakelen.
De druk in de installatie moet in koude toestand tussen de 1 en 2 bar zijn.
Dit is af te lezen op het display of op de drukmeter.
Wanneer de druk te laag is dient de installatie te worden bijgevuld. De werkwijze hiervan varieert per cv-ketel maar komt in grote lijnen neer op de volgende stappen:
Graag willen wij u enkele adviezen geven met betrekking tot het stoken van de centrale verwarming.
Verder nog een aantal tips en adviezen:
Indien uw cv-ketel op storing staat controleer dan eerst de volgende punten:
Zo niet, controleer dan de zekeringen in de meterkast
Zo niet, vul dan de installatie bij
Controleer hoofdkraan en toestelkraan. Zo niet, draai deze dan open
Bij storing deze resetknop eerst indrukken en wacht af wat het toestel daarna doet.
Blijft het toestel (regelmatig) op storing vallen en er zit voldoende druk op de installatie, neem dan contact op met de cv-installateur of met MVGM. Dit kunt u doen via het huurdersportaal Sofie of per e-mail: kcc.wonen@MVGM.nl.
Indien er een storingsindicatie op het display van de ketel verschijnt is het belangrijk deze door te geven aan de installateur.
Controleer regelmatig de installatiedruk. Deze moet tussen de 1 en 2 Bar zijn. Indien u moet bijvullen schakel dan eerst de cv-ketel uit en wacht tot de temperatuur van het water gezakt is tot zo’n 30° C. Ga dan bijvullen. De installatie nooit hoger bijvullen dan 2 Bar!
Bij het ontluchten van de installatie dient u eerst de ketel op te stoken tot een watertemperatuur van ongeveer 80° C. Schakel daarna de ketel uit en wacht 15 tot 20 minuten voordat u de installatie gaat ontluchten. De lucht in de installatie heeft dan alle tijd om naar het hoogste punt op te stijgen.
Wij adviseren om de kamerthermostaat ’s nachts niet meer dan 4 á 5° C lager in te stellen dan de dagtemperatuur, bijvoorbeeld de kamerthermostaat op 18 graden te zetten.
Indien er de gehele dag iemand thuis is, wordt meestal de kamerthermostaat enkele graden hoger ingesteld. Als er echter overdag niemand thuis is, is het raadzaam om de kamerthermostaat in de kamer op 20 graden te zetten. Op deze wijze is het niet noodzakelijk om ’s avonds een groot temperatuurverschil te overbruggen en heeft de volgende voordelen:
Stook niet onnodig alle ruimten van uw woning warm. Houd de temperaturen van de ruimten welke niet gebruikt worden laag want dat scheelt u stookkosten.
Bedenk dat de aangegeven ruimtetemperatuur in de ruimten buiten de woonkamer alleen behaald kan worden indien de kamerthermostaat wordt ingesteld op 22 graden.
Bekijk de onderhoudswijzer om te zien welke gebreken er voor rekening zijn van de huurder en welke gebreken voor rekening zijn van de verhuurder. (English: Read our maintenance guide to find out which defects are the responsibility of the tenant and which defects are the responsibility of the lessor.)